Om de best mogelijke zorg te verlenen aan patiënten met een zeldzame aandoening is het essentieel dat er wereldwijd kennis over de aandoening vergaard wordt. Om de zorg voor zeldzame aandoeningen en het vergaren van kennis te stimuleren zijn er landelijke expertisecentra opgezet. Voor de formele erkenning van een expertisecentrum door het ministerie van VWS, is een belangrijke voorwaarde dat het expertisecentrum kennis verzamelt, analyseert en deelt door middel van publicaties. Dit kunnen publicaties zijn in wetenschappelijke tijdschriften, maar ook behandel richtlijnen voor artsen of informatie brochures voor patiënten of verzorgers. Door gestandaardiseerde follow-up, en nauwe samenwerking tussen artsen en onderzoekers optimaliseren we de zorg en het onderzoek binnen ENCORE. Op die manier kunnen we uiteindelijk betere behandelingen ontwikkelen voor zeldzame aandoeningen. U kunt daarom gevraagd worden om deel te nemen aan onderzoek. Deelname aan onderzoek is altijd op vrijwillige basis. De verkregen data wordt in anonieme vorm opgeslagen en geanalyseerd. Al het onderzoek is vooraf goedgekeurd door een ethische toetsingscommissie.
Bij alle patiënten met een chromatinopathie die in ons expertisecentrum gezien worden, is reeds genetisch onderzoek (elders) verricht, dit zal daarom niet opnieuw gedaan worden. De uitkomst van dit onderzoek helpt ons om het effect van de DNA verandering (‘mutatie’) op de ernst van de symptomen beter te begrijpen. In zeldzame gevallen is de genetische verandering niet eenduidig, en zal deze verder onderzocht worden in het laboratorium (zie pre-klinisch onderzoek).
Gedetailleerde kennis over het beloop van chromatinopathieën (welke symptomen en klachten zijn er, en wanneer ontstaan die precies) is van groot belang om in de toekomst klachten voortijdig te kunnen herkennen en optimaal te behandelen. Daarnaast is dit belangrijk voor geneesmiddelen onderzoek (trials). Immers, alleen als we kunnen aantonen dat een nieuw medicijn de kwaliteit van leven verbetert zal het medicijn daadwerkelijk goedgekeurd worden en vergoed door de verzekeraar.
Omdat chromatinopathieën een vrij nieuwe groep van aandoeningen zijn, hebben we nog onvoldoende zicht op de belangrijkste klinische kenmerken en hoe ze zich ontwikkelen in de loop van de tijd. Het chromatinopathieën spreekuur van het ENCORE Expertisecentrum is bedoeld om juist daar een overzicht van te krijgen. We hopen, bij voldoende capaciteit van het centrum, de patiënten met een chromatinopathie ook te kunnen zien binnen het kinderhersenlab (Kinderhersencentrum). Hier worden de functie en ontwikkeling van kinderen met een hersenaandoening getest, in een aansprekend circuit en op een kindvriendelijke manier.
Ook een patiënten dag, zoals de vorig jaar georganiseerde Kleefstra Syndroom dag voor families en patiënten, kan bijdragen aan het verbeteren van voorlichting en behandelingen. Het doel is om op den duur het natuurlijk verloop (de “Natural History”) van veel chromatinopathieën in kaart te brengen. Hiermee zou bijvoorbeeld een (wereldwijd) patiëntenregister kunnen worden aangemaakt, waarin gegevens over de genetische mutaties en bijbehorende symptomen (zogenaamde fenotype-genotype correlaties) kunnen worden vastgelegd, waarmee de ernst van het ziektebeeld voorspeld kan worden aan de hand van de gevonden mutatie.
Draksler et al. (2024) Exploring Kleefstra syndrome cohort phenotyp characteristics: Prevalence insights from caregiver-reported outcomes Eur J Med Genet. Pubmed
Rots et al. (2024) Pathogenic variants in KMT2C result in a neurodevelopmental disorder distinct from Kleefstra and Kabuki syndromes Am J Hum Genet. Pubmed
Rots et al. (2024) Comprehensive EHMT1 variants analysis broadens genotype-phenotype associations and molecular mechanisms in Kleefstra syndrome Am J Hum Genet. Pubmed
Rots et al. (2024) Refining the 9q34.3 microduplication syndrome reveals mild neurodevelopmental features associated with a distinct global DNA methylation profile Clin Genet. Pubmed
Morison et al. (2024) Expanding the phenotype of Kleefstra syndrome: speech, language and cognition in 103 individuals J Med Genet. Pubmed
Bouman et al. (2024) Growth, body composition, and endocrine-metabolic profiles of individuals with Kleefstra syndrome provide directions for clinical management and translational studies Am J Med Genet A. Pubmed
Rots et al. (2023) The clinical and molecular spectrum of the KDM6B-related neurodevelopmental disorder Am J Hum Genet. Pubmed
Wang et al. (2022) Loss-of-function variants in the schizophrenia risk gene SETD1A alter neuronal network activity in human neurons through the cAMP/PKA pathway Cell Rep. Pubmed
Weerts et al. (2021) Delineating the molecular and phenotypic spectrum of the SETD1B-related syndrome Genet Med Pubmed
Wang et al. (2021) SETD1A Mediated H3K4 Methylation and Its Role in Neurodevelopmental and Neuropsychiatric Disorders Front Mol Neurosci. Pubmed
Kummeling et al. (2021) Characterization of SETD1A haploinsufficiency in humans and Drosophila defines a novel neurodevelopmental syndrome Mol Psychiatry. Pubmed
Barish et al. (2021) BICRA, a SWI/SNF Complex Member, Is Associated with BAF-Disorder Related Phenotypes in Humans and Model Organisms Am J Hum Genet. Pubmed
Iacono et al. (2018) Increased H3K9 methylation and impaired expression of Protocadherins are associated with the cognitive dysfunctions of the Kleefstra syndrome Nucleic Acids Res. Pubmed
De Boer et al. (2018) EHMT1 mosaicism in apparently unaffected parents is associated with autism spectrum disorder and neurocognitive dysfunction Mol Autism. Pubmed
Koemans et al. (2017) Functional convergence of histone methyltransferases EHMT1 and KMT2C involved in intellectual disability and autism spectrum disorder PLoS Genet. Pubmed
Benevento et al. (2016) Histone Methylation by the Kleefstra Syndrome Protein EHMT1 Mediates Homeostatic Synaptic Scaling Neuron. Pubmed
Balemans et al. (2014) Reduced Euchromatin histone methyltransferase 1 causes developmental delay, hypotonia, and cranial abnormalities associated with increased bone gene expression in Kleefstra syndrome mice Dev Biol. Pubmed
Balemans et al. (2013) Hippocampal dysfunction in the Euchromatin histone methyltransferase 1 heterozygous knockout mouse model for Kleefstra syndrome Hum Mol Genet. Pubmed
Kleefstra et al. (2012) Disruption of an EHMT1-associated chromatin-modification module causes intellectual disability Am J Hum Genet. Pubmed
Willemsen et al. (2012) Update on Kleefstra Syndrome Mol Syndromol. Pubmed
Verhoeven et al. (2011) Kleefstra syndrome in three adult patients: further delineation of the behavioral and neurological phenotype shows aspects of a neurodegenerative course Am J Med Genet A. Pubmed
Nillesen et al. (2011) Characterization of a novel transcript of the EHMT1 gene reveals important diagnostic implications for Kleefstra syndrome Hum Mutat. Pubmed
Willemsen et al. (2011) Familial Kleefstra syndrome due to maternal somatic mosaicism for interstitial 9q34.3 microdeletions Clin Genet. Pubmed
Verhoeven et al. (2010) Behavioral phenotype in the 9q subtelomeric deletion syndrome: a report about two adult patients Am J Med Genet B Neuropsychiatr Genet. Pubmed
Kleefstra et al. (2009) Further clinical and molecular delineation of the 9q subtelomeric deletion syndrome supports a major contribution of EHMT1 haploinsufficiency to the core phenotype J Med Genet. Pubmed
Stewart et al. (2007) The chromosome 9q subtelomere deletion syndrome Am J Med Genet C Semin Med Genet. Pubmed
Kleefstra et al. (2006) Loss-of-function mutations in euchromatin histone methyl transferase 1 (EHMT1) cause the 9q34 subtelomeric deletion syndrome Am J Hum Genet. Pubmed
Kleefstra et al. (2005) Disruption of the gene Euchromatin Histone Methyl Transferase1 (Eu-HMTase1) is associated with the 9q34 subtelomeric deletion syndrome J Med Genet. Pubmed
Heeft u vragen over onderzoek bij ENCORE? Of wilt u deelnemen? Neem dan contact met ons op via encore@erasmusmc.nl of afspraak.genetica@erasmusmc.nl